In een afbeelding zitten er veel kleuren en kleine blokjes die pixels heten.
Hoe meer pixels, hoe scherper en afbeelding. Een afbeelding opgebouwd uit pixels heet een bitmapafbeelding.
Bitmapafbeeldingen kosten veel opslagruimte en worden onscherp als je ze vergroot.
Voor logo's kan je dan een vectorafbeelding gebruiken.
Daar worden de vormen, de kleuren en de locaties opgeslagen in plaats van elke pixel.
Vectorafbeeldingen kun je vergroten of verkleinen zonder dat ze onscherp worden.
Nadelen: foto’s met veel kleuren kunnen niet zo goed als een vectorafbeelding opgeslagen worden.
Voordeel: vaak minder opslagruimte en de grootte is flexibel.
Het geluid zijn trillingen in de lucht. Het kan ook digitaal opgeslagen worden.
Met een microfoon wordt geluid omgezet in een elektrisch signaal.
Dat signaal wordt gesampled: op vaste momenten wordt de sterkte van dat geluid gemeten.
Elke meting heet een sample en kan in nullen en enen opgeslagen worden (binair).
Hoe meer samples per seconde, hoe nauwkeuriger het geluid. Het aantal samples per seconde heet desample rate.
Een standaard sample rate voor muziek is 44.100 Hz, dus 44.100 metingen per seconde.
Beethoven componeerde ook toen hij doof was.